Inspraakavond Startnotitie Toekomst Lelystad Airport

Inspraakreactie Ben Sonneveld op de ‘Startnotitie Toekomst Lelystad Airport’. 2 februari, 2006.

Mevrouw de Voorzitter

In mijn inspraakreactie wil ik een aantal punten naar voren brengen die volgens mij bepalend zijn voor de kwaliteit van de Startnotitie of beter gezegd het ontbreken daarvan. Laten we even bij het begin beginnen. De startnotitie wordt geacht om een inzicht te geven wat de aard van de voorgenomen activiteiten voor Lelystad Airport is en welke alternatieven in het MER op hun milieueffecten worden onderzocht. Deze startnotitie voldoet volstrekt niet aan deze voorwaarden. Neem alleen maar de bespreking van de alternatieven die de MER moet onderzoeken, zo’n beetje het belangrijkste onderwerp waarop wij als burgers kunnen reageren. Welgeteld besteedt de gehele startnotitie slechts drie zinnen aan dit onderwerp, en het is mij volstrekt onduidelijk wat u nu precies gaat onderzoeken. Dat is ook het geval  voor de bepaling van het studiegebied. U zet hier een kaart neer waarvan u zegt dat daar ongeveer het studiegebied in zal liggen maar misschien ook wel niet. U had dus net zo goed de kaart van Nederland of Europa kunnen plaatsen en zeggen dat daar ongeveer het studiegebied is gelokaliseerd. Ook staat niet aangegeven wat de aanvlieg en opstijgroutes zijn naar en van het vliegveld en juist dat is belangrijke informatie voor Zeewolde, met name voor de manier waarop u nu denkt de geluidshinder te gaan evalueren. Verder zitten er ook een aantal inconsistenties in de startnotitie die aangepast moeten worden. De meest belangrijke daarvan is de weergave van de geluidsnormeringscontourlijnen op de kaarten in de annex; die zijn waarschijnlijk gebaseerd op modellen die ook worden gebruikt om de geluidsnormeringen in de rest van het land te bepalen. En juist van deze modellen is nu door de commissie Eversdijk aangetoond dat ze de geluidsoverlast consistent te laag inschatten. Consistent te laag, mevrouw de voorzitter, dat kan niet. Een model kan soms hoger en soms lagere waardes geven maar een consistente lagere waarde wijst er op dat deze modellen niet deugen, dat met de gegevens ernstig is gemanipuleerd en voor deze startnotitie dus dringend moeten worden aangepast. Verder, mevrouw de voorzitter, geeft de startnotitie volstrekt niet aan of het aantal vliegbewegingen het economisch perspectief biedt dat nodig is voor een rendabele exploitatie van Lelystad. Mevrouw de voorzitter ik kan zo nog wel even doorgaan maar daarvoor is de tijd te kort en ik zal de overige bezwaren via mijn brief kenbaar maken. Echter als mijn studenten dit soort rapporten inleveren raad ik ze vriendelijk doch dringend aan om een andere studierichting te kiezen en op weg naar de uitgang hun rapport in de prullenbak te deponeren. Mij bekruipt ook het gevoel dat u deze startnotitie helemaal niet serieus neemt en dat u de bevolking van Zeewolde met een kluitje in het riet probeert te sturen. Ik zou dus willen voorstellen dat u uw huiswerk over doet en deze en andere commentaren in een volgende versie verwerkt.

Maar om het zekere voor het onzekere te nemen wil ik me nu concentreren op enkele minimale alternatieven die de MER moet onderzoeken. Dat betreft ten eerste het evalueren van alternatieve vliegroutes die niet over Zeewolde gaan. Het is te gek voor woorden dat een vliegroute wordt gepland over de enige woonplek in de 50 km van de oostelijk kustlijn van Zuidelijk Flevoland; dat duidt toch ook op onverantwoordelijk, onzorgvuldig en licht  contactgestoord handelen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Alternatieven kunnen zich concentreren op een route die minsten  30 km ten Zuiden van Zeewolde die tussen grote openstaande ruimtes van de woonkernen in de provincie Utrecht doorgaat en een route door de grote open ruimte tussen Almere en Lelystad. Verder, en nu kom ik terug op mijn eerder gegeven commentaar over de kwaliteit van de modellen, de evaluaties moeten gebaseerd zijn op gemeten waarden en niet op berekende waarden, waarbij een dicht netwerk van monitoren de modelberekeningen moet vervangen. Ten slotte lijkt het me verstandig dat in de startnotitie expliciet wordt aangegeven dat de economische exploitatie van Lelystad Airport niet meer vliegbewegingen nodig heeft dan momenteel worden onderzocht, en, als dat niet het geval blijkt te zijn, dat de Planologische Kernbeslissing waarop de uitbreiding van Lelystad Airport is gebaseerd, dan ongeldig wordt verklaard.