College met Leefbaar Zeewolde, VVD en Christenunie

Zeewolder collegeprogramma en kandidaat-wethouders:
‘Te plaveien wegen’

Leefbaar Zeewolde, VVD en de ChristenUnie hebben hun collegeprogramma 2006 – 2010 de titel ‘Te plaveien wegen’ meegegeven, met als subtitel ‘Samen op pad naar 2010’. Dit maken de formateurs samen met de onderhandelaars van de fracties vandaag bekend. Donderdagavond 27 april 2006 bespreekt de Zeewolder gemeenteraad het programma. De installatie van het nieuwe college vindt begin mei plaats.

Op basis van de verkiezingsuitslag in Zeewolde nam Leefbaar Zeewolde het voortouw voor een informatieronde. Daaruit kwam aanvankelijk naar voren dat een coalitie tussen Leefbaar Zeewolde, VVD en het CDA het meest voor de hand lag. Na drie weken onderhandelen haakte het CDA af nadat er geen overeenstemming over de portefeuilleverdeling kon worden gemaakt en werd de ChristenUnie uitgenodigd voor de vorming van een nieuw college. Deze onderhandelingen hebben geleid tot het collegeprogramma ‘Te plaveien wegen’ en de volgende kandidaat-wethouders.

Kandidaat-wethouders

  • Leefbaar Zeewolde: De heer Michiel Schouten, Mevrouw Winnie Prins (adjunct-wethouder)
  • VVD: Mevrouw Helma Lodders
  • ChristenUnie: De heer Thijs van Daalen

Gezamenlijk is gekozen om een adjunct-wethouderschap (‘Bestuursadviseur’ getiteld) in te stellen zodat enerzijds de stemmenverhouding binnen het college in evenwicht is en anderzijds een part-time invulling van het wethouderschap mogelijk te maken.

Het coalitieakkoord is bewust op hoofdlijnen gesloten waardoor de kwaliteit van de besluitvorming voor een groot gedeelte door discussies in de raad kan worden bepaald. De agendapunten geven eveneens een concrete invulling aan het door de gemeenteraad vastgestelde profiel wonen, water, welzijn.

De ambities van de coalitie zijn verwoord in de titel. Belangrijke zaken die de kernwaarden voor Zeewolde zullen versterken worden in de komende vier jaar concreet aangepakt (‘Te plaveien wegen’) en voor deze veelal gedeelde belangen wordt een breed politiek draagvlak onder de bevolking gezocht (‘Samen op pad naar 2010’).

Het akkoord begint met de beschrijving van de missie van deze coalitie. Hierna volgen zeven speerpunten die de politieke agenda de komende vier jaar gaan beheersen en deze missie operationaliseren. Het akkoord besluit met de agendapunten 2006-2010 die onder de taakvelden van het Zeewolder profiel worden gepresenteerd.

De speerpunten van het collegeprogramma

Het college heeft voor de periode 2006-2010 de volgende speerpunten van beleid geformuleerd:

1.Gezond financieel beleid

Voortzetting van de ingeslagen weg naar een evenwichtige begroting is een voorwaarde om de gestelde beleidsdoeleinden voor de Zeewolder bevolking tijdig en volledig te kunnen realiseren.

2.Rechtvaardig, ruimhartig en toegankelijk sociaal beleid

Een kwalitatief hoogwaardig en leefbaar dorp biedt zonder omwegen maatschappelijke ondersteuning aan degenen die dat nodig hebben.

3.Jongerenhuisvesting

Bij de keuze meer te bouwen voor specifieke doelgroepen krijgt het bouwen voor jongeren de hoogste prioriteit.

4.Versterking economische ontwikkeling

Het economisch beleid met betrekking tot de bedrijventerreinen, het centrum, recreatie en toerisme en de agrarische sector zal gericht zijn op versterking van de lokale economie en vergroting van de economische binding van de inwoners met Zeewolde.

5.Ontwikkeling van Zeewolde met behoud van het dorpse karakter en daarbij horende diversiteit en kwaliteit

De ontwikkeling van Zeewolde dient zodanig te gebeuren dat het dorpse karakter behouden blijft waarbij een gezonde groei in relatie staat met het voorzieningenniveau en de woon- en leefkwaliteiten.

6.Behoud en versterking van het Buitengebied

Aan de door Zeewolde geformuleerde ambities met betrekking tot het Middengebied zal uitvoering worden gegeven. De implementatie van de Visie Middengebied zal tevens een sturende bijdrage leveren aan behoud en versterking van het buitengebied.

7.Dienstbare overheid

De dienstverlening van het ambtenarenapparaat aan de inwoners staat centraal. Het benutten van nieuwe methodieken zoals de Leefbaarheidsmonitor waarmee organisaties en inwoners betrokken worden bij, en hun mening kunnen geven over de uitvoering van bestaand beleid en de formulering van nieuw beleid.