Werk aan de winkel

De zomer is over het algemeen een redelijk rustige periode waarin er wat meer tijd is om met mensen rustig te praten over allerhande onderwerpen. Dan blijkt dat iedere zichzelf respecterende organisatie graag zijn/haar verhaal kwijt wil aan het nieuwe College. Er waren zoveel uitnodigingen, bijeenkomsten, seminars en kennismakingen dat het schrijven van een nieuwe tekst voor dit weblog lang op zich heeft laten wachten.

‘Gewoon Doen!’

Dit is de naam van het nieuwe Collegeprogramma dat vorige week is gepresenteerd. In de media heeft u al het een en ander kunnen lezen. Dit is zeg maar het spoorboekje aan de hand waarvan we de komende jaren zullen werken. De volgende onderdelen neem ik onder andere voor mijn rekening:

  1. Het ontwikkelen van visies op de groep jongeren tot 25 jaar, de leeftijdsgroep 25 tot 55 jaar en de groep daarboven. Hierin beschrijven we wat Zeewolde voor deze groepen op het gebied van wonen, mobiliteit, onderwijs, vrijetijdsbesteding, sport, welzijn, zorg en gezondheid te bieden heeft en wat er nog aan schort. Daaruit kunnen we dan keuzes maken waar we de komende jaren beleidsmatig aan willen werken, maar ook benoemen wat niet haalbaar is. Zeewolde blijft tenslotte een dorp en zal zich dus geen ‘stadse’ voorzieningen kunnen permitteren.

2.   In een nieuwe Structuurvisie waar de komende tijd aan gewerkt gaat worden hebben we het over het Zeewolde van de komende tien jaar in termen van stenen (wonen), groen en water op ons grondgebied. Zowel de visies op de bevolkingsgroepen als de Structuurvisie vormen de basis voor waar we met de kwaliteit van leven in Zeewolde naar toe willen. Zoals u weet gaat het ons vooral om kwaliteit en niet om kwantiteit.

 

3.   Het programma voor Jeugd beslaat op dit moment uit 39 (!) verschillende projecten die allemaal iets met de zorg voor jongeren te maken hebben. Deze enorme versnippering leidt tot het niet optimaal inzetten van middelen, maar ook tot onvoldoende samenwerking en verbinding. Soms krijg ik het gevoel dat wanneer een jonge inwoner bij de ene instantie vooruit is geholpen, hij/zij bij de volgende instantie opnieuw begint, of erger, zelfs in tegengestelde richting wordt gestuurd. Dat moet natuurlijk anders. Helaas blijkt uit het oogpunt van een sluitende Begroting dat we, net als op andere beleidsterreinen, toch minder geld voor jeugd en jongeren te besteden hebben dan voorheen. Door middel van effectiviteit, samenwerking en het doelmatiger besteden van de middelen, ga ik er voor om met minder geld toch meer resultaat te behalen. Het motto is dan ook: “met minder – meer”.

 

4.   Dit laatste geldt ook voor het seniorenbeleid. Waar dit voorheen bijna helemaal uit zorgbeleid bestond gaan we het in de komende tijd hebben over de plaats van senioren in onze samenleving. Welke verwachtingen zijn er over en weer en dit spiegelen aan de realiteit van wat kan en wat niet kan. Senioren vormen een steeds grotere groep in Zeewolde en die moeten voldoende tot hun recht komen in ons dorp. Benut de kwaliteiten van deze  groep Zeewoldenaren die veel levenservaring meebrengen.

De volgende keer schrijf ik wat meer over de ruimtelijke ordening die ik in mijn portefeuille heb waaronder de meest recente ontwikkelingen.

<Winnie Prins>